Hoe stap je uit een auto met een nieuwe, nog altijd wat kwetsbare linkerknie? Rika Hoogstad (85) parkeert haar zwarte Volkswagen Polo en laat zien hoe het moet. Ze reikt vanachter het stuur naar de handgreep boven het portier, klampt zich vast, strekt haar lichaam naar achter en maakt de noodzakelijke draai naar links. Nu zit ze recht voor de deuropening en kan ze haar gewicht verplaatsen naar haar linker- én haar rechterbeen.
Zo. Ze staat.
En dan is het nu tijd voor het werk waarvoor ze is gekomen. Uit de kofferbak haalt ze de acht maaltijdboxes die ze net ophaalde uit de keuken van woonzorgcentrum De Vijverhof hier in Capelle aan den IJssel. Ze maakt twee torentjes op een blauw steekkarretje, trekt het achter zich aan en loopt door de schuifdeuren van seniorenflat IJsselzicht.
Rika Hoogstad bezorgde maaltijden in drie à vier wijken per week, vrijwilligerswerk dat ze doet sinds 2006. Na de knie-operatie van vorig jaar zomer doet ze alleen nog deze flat. Tja, artrose. Lopen gaat haar na flink wat revalidatie behoorlijk goed af. Maar traplopen is lastig. Zoals daarnet, toen ze haar appartement op de eerste verdieping verliet en de lift niet kwam. De trap daalde ze zijwaarts af, met beide handen op de trapleuning en telkens twee voeten per tree. „Blijven bewegen, daar gaat het om”, zegt ze. Ze fitnest elke dinsdagochtend en op zowat elke andere morgen staat ze voor haar televisie de oefeningen na te doen van Nederland in Beweging.




En elke vrijdag trekt ze het blauwe steekkarretje achter zich aan, de lift uit nu. Klant één staat al buiten haar appartement te wachten, een oude mevrouw leunend op haar rollator. Ze heeft diepe groeven in haar gezicht en een ernstige blik in haar ogen. Dankbaar neemt ze de box met kippendijfilet, groenten en aardappelpuree in ontvangst en geeft er de lege box van gisteren voor terug. „Het bezorgen van maaltijden is héél belangrijk”, zegt ze.
Maaltijd twee gaat naar een hoestende man in een flat vol rook en box drie naar een vrouw die, zegt mevrouw Hoogstad, „altijd aan het haken en breien” is. „Echt een omaatje. Tegen de negentig is ze.” Door gaat ze, langs twee keer een Henk op één gang. Henk één is 68 en werkte in de houtbewerking. Hij krijgt een gehaktbal. Henk twee is 95 en zegt dat koken voor jezelf veel werk is.
‘Extra luide bel’, staat boven de bel van het slotadres. Een zoon doet open, zijn moeder loopt naar de deuropening met op haar rollator de box van gisteren. De vrouwen begroeten elkaar en wisselen de volle en lege box uit. „Gehaktbal met jus!”, declameert Rika Hoogstad. „Zomergroenten! Aardappelpuree!” De vrouw zegt: „Het klinkt allemaal best. Heel hartelijk bedankt.”
De deuren schuiven open. Rika Hoogstad zet de lege boxen in haar kofferbak, klapt het steekkarretje in en loopt naar het portier. Instappen met rechts is makkelijker. Ze plaatst haar been op de rubberen pedaalmat zoals een alpinewandelaar zijn stok. En dan laat ze zich vallen, alle gewicht op rechts, en belandt in haar stoel.
/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/12/19122053/data125722287-dcfb96.jpg)