De ene beoogde kandidaat in Donald Trumps kabinet is nog meer omstreden dan de andere: de beoogde ministers van Defensie en van Volksgezondheid worden van seksueel grensoverschrijdend gedrag beschuldigd, sommigen hebben nul ervaring in de politiek, anderen zijn omringd door schandalen. En dan is er nog iets, dat in deze krant minder aandacht kreeg: een aantal mensen die Trump op invloedrijke posities zet, hebben nauwe banden met evangelisch-fundamentalistische stromingen in Amerika. De beoogde minister van Defensie Pete Hegseth is gelieerd aan de Idaho Christian Nationalists, en ook Sean Duffy (minister van Transport), Matthew Whitaker (ambassadeur bij de NAVO) en Pam Bondi (minister van Justitie) worden geassocieerd met radicale flanken binnen het christendom.
Over dit Christian nationalism wilde ik meer weten, zeker na het zien van twee ijzingwekkende documentaires op IDFA: Apocalypse in the Tropics (2024) en An American Pastoral (2024), over nieuwe theocratieën in de maak. Apocalypse in the Tropics vertelt het verhaal van de voormalige Braziliaanse president Jaïr Bolsonaro, inclusief de bestorming van het Braziliaanse parlement na zijn nederlaag tegen Lula in 2022; An American Pastoral volgt de strijd over het schoolcurriculum in een conservatief stadje in Pennsylvania waar fundamentalistische christenen – tevens Trump-aanhangers – langzaam maar zeker het roer overnemen.
Noemde de Amerikaanse historicus James Kennedy ‘christelijk nationalisme’ vorig jaar nog een vaag begrip – het zou het gaan om een weliswaar potentieel gevaarlijke, maar relatief kleine groep – uit de documentaires blijkt iets anders. Het aantal Brazilianen dat het Christian nationalism steunt zou van 5 naar 30 procent zijn gestegen; ook in de Verenigde Staten is het al lang geen gemarginaliseerde groep meer. Christian nationalists bepalen de agenda van het omstreden Project 2025 en waren medeverantwoordelijk voor de bestorming van het Capitool.
Volgens het Christian nationalism zijn de VS van oorsprong een christelijke natie, en zijn de Amerikanen een uitverkoren volk. Recente studies laten zien dat in deze fundamentalistische versie van het christendom allerlei zaken samenkomen: de legitimering van geweld, het stimuleren van wapenbezit, racisme, wit suprematistisch denken (daarom wordt het ook white Christian nationalism genoemd). Vijandbeelden zijn critical race theory (de academische studie van systemisch racisme), de lhbti-beweging, woke, abortus, vrouwenrechten en secularisme.
Ook in Nederland houden wetenschappers zich bezig met de gevaren van evangelisch fundamentalisme. Het onderzoeksproject Extreme Beliefs aan de Vrije Universiteit Amsterdam onderzoekt onder meer de vraag of Christian nationalism louter fundamentalisme is, of ook extremisme. De projectleider, filosoof Rik Peels, denkt dat laatste. Hij stelt dat (white) Christian nationalism een bedreiging is voor de fundamenten van de rechtsstaat, en gestoeld is op het idee dat de eigen groep alleen succesvol kan zijn door anderen tot vijanden te maken.
Ook binnen de christelijke gelederen krijgt het Christian nationalism tegenstand. De progressieve (en geestige) dominee James Talarico preekt bijvoorbeeld tegen de stroming. Zijn vredelievende God houdt van mensen van kleur, vrouwen, homo’s, transgenders. Maar zijn religie is óók politiek. Talarico zit in het Huis van Afgevaardigden in Texas.
Soms denk ik dat het in Nederland zo’n vaart niet zal lopen. Wanneer figuren als Eva Vlaardingerbroek of Thierry Baudet op de nationaal-christelijke trom slaan, zie ik ze als rare uitzonderingen. Dat geldt ook voor de komst van grote Amerikaanse evangelische evenementen naar Nederland of de oprichting van profetenscholen.
Maar het is geen optie meer om je niet te verdiepen in fundamentalistisch evangelisme. Want de stroming heeft inmiddels ook griezelige varianten in Europa. Na eerder electoraal succes in Polen, Italië, Rusland en Hongarije, is nu in Roemenië de eerste ronde voor de presidentsverkiezingen gewonnen door iemand met radicaal-rechtse, pro-Russische en orthodoxe denkbeelden. Inclusief het hele extremistische pakket: racisme, homofobie, letterlijk lezen van de Bijbel, apocalyptisch denken en andersdenkenden tot vijand maken.
Geert Wilders was intussen de eerste om Trump te feliciteren, laat zich graag fotograferen met een keppeltje en plaatste het anti-migratiedenken en het christendom in het hart van zijn regeerprogramma. Graag dus meer journalistieke ogen en politieke scherpte op de wereldwijde opmars van het Christian nationalism en de politieke en maatschappelijke gevolgen daarvan.
Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.